New European Tax Norms for 2024: Emphasis on Substance Requirements

READ THIS ARTICLE IN :

The European Union is implementing a series of new tax norms for 2024, aimed at ensuring fair taxation and preventing base erosion and profit shifting (BEPS).

A key aspect of these norms is a heightened emphasis on substance requirements to determine the tax residency of companies operating within the EU.

Substance Requirements: Ensuring Genuine Economic Presence

The new norms are designed to ensure that companies have a genuine economic presence in the jurisdiction where they claim to be tax residents. This is achieved through stringent substance requirements that companies must meet to establish and maintain their tax residency status.

1. Physical Office Space
Companies must have a physical office space in the country where they claim tax residency. This requirement aims to prevent the use of shell entities without a tangible presence. For example, the Dutch substance requirements mandate that service companies have an office space at their disposal for at least 24 months.

2. Operational Staff and Wage Costs
Companies must employ operational staff who perform significant business activities in the claimed jurisdiction. The Dutch requirements stipulate that service companies must carry a minimum of EUR 100,000 in wage expenses.

3. Active Management and Control
The effective management and control of the company must be conducted from the claimed jurisdiction. This includes where key management decisions are made, where directors meet, and where day-to-day operations are managed. The location of effective management is a critical factor in determining tax residency.

Implications of Non-Compliance

Failure to meet these substance requirements can have severe consequences for companies operating within the EU:

– Information Exchange: Tax authorities will exchange information about non-compliant companies with relevant foreign tax authorities. This could lead to adverse tax consequences, such as the denial of reduced withholding tax rates under double tax treaties or EU directives.

– Tax Residency Challenges: Companies that do not meet the substance requirements may face challenges to their tax residency status. They could be considered tax residents in the country where their effective management is located, rather than the country where they are formally registered.

New European Fiscality and Tax Norms for 2024

The substance requirements are part of broader efforts by the EU to ensure fair taxation and prevent BEPS. These include:

– EU Minimum Tax Directive: This directive seeks to ensure a minimum effective profit taxation of 15% for large groups, implementing the OECD/G20 Inclusive Framework on BEPS. The Netherlands, for example, is implementing these “Pillar 2” rules effective from January 1, 2024.

– Enhanced Collaboration and Digitalizatio: Initiatives like the Customs and Fiscalis programmes aim to boost collaboration between Member States’ tax administrations and modernize tax systems to better fight tax fraud and evasion.

In summary, the new European fiscality and tax norms for 2024 place a strong emphasis on substance requirements to determine the tax residency of companies. Companies must have a genuine economic presence, including a physical office, operational staff, and active management in the claimed jurisdiction. Failure to meet these requirements can lead to challenges to tax residency status and potential adverse tax consequences.

L’Unione Europea sta attuando una serie di nuove norme fiscali per il 2024, volte a garantire una tassazione equa e prevenire l’erosione della base imponibile e il trasferimento degli utili (BEPS).

Un aspetto chiave di queste norme è un maggiore enfasi sui requisiti di sostanza per determinare la residenza fiscale delle società operanti all’interno dell’UE.

Requisiti di sostanza: garantire una genuina presenza economica

Le nuove norme sono progettate per garantire che le società abbiano una genuina presenza economica nella giurisdizione in cui dichiarano di essere residenti fiscali. Ciò viene realizzato attraverso rigorosi requisiti di sostanza che le società devono soddisfare per stabilire e mantenere il loro status di residenza fiscale.

1. Spazio ufficio fisico
Le società devono avere uno spazio ufficio fisico nel paese in cui dichiarano la residenza fiscale. Questo requisito mira a prevenire l’utilizzo di entità di comodo senza una presenza tangibile. Ad esempio, i requisiti di sostanza olandesi prevedono che le società di servizi abbiano a disposizione uno spazio ufficio per almeno 24 mesi.

2. Personale operativo e costi salariali
Le società devono impiegare personale operativo che svolge attività commerciali significative nella giurisdizione dichiarata. I requisiti olandesi stabiliscono che le società di servizi debbano sostenere un minimo di 100.000 euro in spese salariali.

3. Gestione e controllo attivi
La gestione e il controllo effettivi della società devono essere condotti dalla giurisdizione dichiarata. Ciò include dove vengono prese le decisioni chiave di gestione, dove si riuniscono gli amministratori e dove vengono gestite le operazioni quotidiane. L’ubicazione della gestione effettiva è un fattore critico per determinare la residenza fiscale.

Implicazioni della non conformità

L’inadempienza di questi requisiti di sostanza può avere gravi conseguenze per le società operanti all’interno dell’UE:

– Scambio di informazioni: le autorità fiscali scambieranno informazioni sulle società non conformi con le pertinenti autorità fiscali estere. Ciò potrebbe portare a conseguenze fiscali avverse, come il diniego di aliquote ridotte sulla ritenuta d’acconto ai sensi delle convenzioni contro le doppie imposizioni o delle direttive UE.

– Sfide alla residenza fiscale: le società che non soddisfano i requisiti di sostanza potrebbero affrontare sfide al loro status di residenza fiscale. Potrebbero essere considerate residenti fiscali nel paese dove si trova la loro gestione effettiva, anziché nel paese in cui sono formalmente registrate.

Nuova fiscalità europea e norme fiscali per il 2024

I requisiti di sostanza fanno parte di più ampi sforzi dell’UE per garantire una tassazione equa e prevenire l’erosione della base imponibile e il trasferimento degli utili. Questi includono:

– Direttiva UE sull’imposta minima: questa direttiva mira a garantire un’effettiva tassazione minima degli utili del 15% per i grandi gruppi, attuando il Quadro inclusivo OCSE/G20 sul BEPS. I Paesi Bassi, ad esempio, stanno attuando queste regole del “Pilastro 2” a partire dal 1° gennaio 2024.

– Collaborazione e digitalizzazione rafforzate: iniziative come i programmi Dogana e Fiscalis mirano a rafforzare la collaborazione tra le amministrazioni fiscali degli Stati membri e a modernizzare i sistemi fiscali per combattere meglio la frode e l’evasione fiscale.

In sintesi, la nuova fiscalità europea e le norme fiscali per il 2024 pongono una forte enfasi sui requisiti di sostanza per determinare la residenza fiscale delle società.

Le società devono avere una genuina presenza economica, incluso un ufficio fisico, personale operativo e gestione attiva nella giurisdizione dichiarata.

L’inadempienza di questi requisiti può portare a sfide allo status di residenza fiscale e potenziali conseguenze fiscali avverse.

De Europese Unie implementeert een reeks nieuwe belastingnormen voor 2024, gericht op het waarborgen van eerlijke belastingheffing en het voorkomen van uitholling van de belastinggrondslag en winstverschuiving (BEPS).

Een belangrijk aspect van deze normen is een verhoogde nadruk op substance-vereisten om de fiscale woonplaats van bedrijven die binnen de EU opereren te bepalen.

Substance-vereisten: Waarborgen van een echte economische aanwezigheid

De nieuwe normen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat bedrijven een echte economische aanwezigheid hebben in de jurisdictie waar ze beweren fiscaal woonachtig te zijn.

Dit wordt bereikt door middel van strikte substance-vereisten waaraan bedrijven moeten voldoen om hun status van fiscale woonplaats te vestigen en te behouden.

1. Fysieke kantoorruimte
Bedrijven moeten beschikken over een fysieke kantoorruimte in het land waar ze beweren fiscaal woonachtig te zijn. Deze eis is bedoeld om het gebruik van lege entiteiten zonder tastbare aanwezigheid te voorkomen. De Nederlandse substance-vereisten schrijven bijvoorbeeld voor dat dienstverlenende bedrijven minimaal 24 maanden de beschikking moeten hebben over een kantoorruimte.

2. Operationeel personeel en loonkosten
Bedrijven moeten operationeel personeel in dienst hebben dat significante bedrijfsactiviteiten uitvoert in de beweerde jurisdictie. De Nederlandse vereisten stellen dat dienstverlenende bedrijven minimaal € 100.000 aan loonkosten moeten hebben.

3. Actief management en controle
Het effectieve management en de controle van het bedrijf moeten vanuit de beweerde jurisdictie worden uitgevoerd. Dit omvat waar belangrijke managementbeslissingen worden genomen, waar bestuurders vergaderen en waar de dagelijkse activiteiten worden beheerd. De locatie van het effectieve management is een cruciale factor bij het bepalen van de fiscale woonplaats.

Gevolgen van niet-naleving

Het niet voldoen aan deze substance-vereisten kan ernstige gevolgen hebben voor bedrijven die binnen de EU opereren:

– Informatie-uitwisseling: Belastingdiensten zullen informatie over niet-conforme bedrijven uitwisselen met relevante buitenlandse belastingdiensten. Dit kan leiden tot nadelige fiscale gevolgen, zoals het weigeren van verlaagde bronbelastingtarieven op grond van belastingverdragen of EU-richtlijnen.

– Uitdagingen fiscale woonplaats: Bedrijven die niet voldoen aan de substance-vereisten, kunnen te maken krijgen met uitdagingen voor hun status van fiscale woonplaats. Ze kunnen worden beschouwd als fiscaal woonachtig in het land waar hun effectieve leiding is gevestigd, in plaats van het land waar ze formeel zijn geregistreerd.

Nieuwe Europese fiscaliteit en belastingnormen voor 2024

De substance-vereisten maken deel uit van bredere inspanningen van de EU om eerlijke belastingheffing te waarborgen en BEPS te voorkomen. Deze omvatten:

– EU-richtlijn minimumbelasting: Deze richtlijn beoogt een minimale effectieve winstbelasting van 15% voor grote groepen te waarborgen, in lijn met het OESO/G20 Inclusive Framework on BEPS. Nederland implementeert deze “Pijler 2”-regels bijvoorbeeld met ingang van 1 januari 2024.

– Verbeterde samenwerking en digitalisering: Initiatieven zoals de Douane- en Fiscalisprogramma’s zijn gericht op het versterken van de samenwerking tussen de belastingdiensten van de lidstaten en het moderniseren van belastingstelsels om belastingfraude en -ontduiking beter te bestrijden.

Samengevat leggen de nieuwe Europese fiscaliteit en belastingnormen voor 2024 een sterke nadruk op substance-vereisten om de fiscale woonplaats van bedrijven te bepalen.

Bedrijven moeten een echte economische aanwezigheid hebben, inclusief een fysieke kantoorruimte, operationeel personeel en actief management in de beweerde jurisdictie.

Het niet voldoen aan deze vereisten kan leiden tot uitdagingen voor de status van fiscale woonplaats en mogelijke nadelige fiscale gevolgen.